In Fochteloo was lange tijd een vuurwerkfabriek gevestigd onder de naam Pyrotecnia. Eigenaar was E.C. Argiro uit Oosterwolde. Op zaterdagavond 7 oktober 1961 hadden drie jongens, afkomstig uit het in de buurt gelegen Ambonezenkamp Ybenhaer, zich om een uur of elf toegang tot het terrein verschaft.
Nadat ze in Oosterwolde een film hadden bekeken gingen ze op de terugweg naar huis langs de vuurwerkfabriek in het Fochteloërveen en klommen over de prikkeldraadversperring. Veel jongens werkten in de vakantie in de fabriek en wisten de weg, misschien ook een of twee van deze drie.
Om in het donker toch iets te kunnen zien staken ze een lucifer aan waardoor brand ontstond in de grote voorraad vuurwerk. Er lagen twintigduizend met kruit gevulde raketten en er stond een vat vol met kruit. Er ontstond een zware ontploffing waardoor het houten gebouwtje totaal uit elkaar werd geslagen. Alles verbrandde.
De jongens ontsnapten weliswaar aan de hel van vuur die losbarstte, maar wel raakte hun kleding in brand. De jongens klommen als brandende fakkels over de 2 m hoge prikkeldraadomheining en een van hen fietste in paniek naar het kamp. De beide anderen werden opgevangen door een paar logees van de omwonende heer de Vries, bedrijfsleider van de Noord-Nederlandse turfstrooiselfabriek. Zij rolden de twee brandende jongens door het natte gras van de berm waarna ze in dekens werden gewikkeld waardoor het vuur smoorde. De veertienjarige Dorthijs Elisa Serhalawan was er het ernstigst aan toe en werd naar een ziekenhuis in Assen gebracht waar hij twee dagen later is overleden.
Dorthijs (29 januari 1947 – 9 oktober 1961) ligt begraven in Fochteloo in graf B-65-c.
Onduidelijk is of de Graftrommel die op het graf staat origineel bij dit monument hoort. Het zou wel een erg late graftrommel zijn, maar het is mogelijk dat gezien het drama rondom zijn overlijden, het grafmonument namens een bepaalde groepering werd verfraaid.
Onderstaand artikel stond op 9 oktober 1961 in de Friese Koerier: