Jo Meertens werd geboren in Maastricht op 4 maart 1931.
Hij wilde eigenlijk missionaris worden maar ‘hogerhand’ had iets anders met hem voor.
Avellinus, zoals zijn kloosternaam luidt, treedt in 1951 in als Franciscaan en volgde een theologische opleiding in Venray, Alverna en Weert.
In die laatste plaats wordt hij op 16 maart 1958 tot priester gewijd.
Na te hebben gewerkt in Bussum en Hoorn belandde Jo Meertens in Friesland, waar hij op 9 augustus 1968 werd geïnstalleerd als opvolger van pater Faase die zeer kortstondig de opvolger was van pater Groothuizen.
Al in februari 1969 kreeg Meertens ook Zorgvlied onder zijn beheer. In dat jaar stond hij ook mede aan de wieg van de Raad van Kerken in Oosterwolde. Hij werd later lid van de Friese Raad van Kerken waarvan hij ook tijdelijk voorzitter is geweest.
Zijn taak werd steeds meeromvattend: in 1975 werd hij deken van het dekenaat Heerenveen.
Van 1974 tot 1978 was hij, enigszins onverwacht, CDA-raadslid van de gemeente Ooststellingwerf.
In 1977 promoveerde de vicarie Oosterwolde tot parochie en werd vicaris Meertens pastoor.
In 1980 werd hij tevens tijdelijk pastoor in Drachten en drie jaar later werd Gorredijk ook aan zijn hoede toevertrouwd.
Op Koninginnedag 1989 werd Jo Meertens geridderd tot officier in de orde van Oranje Nassau.
Op 26 februari 1992 voelde hij zich niet fit, maar moest ’s avonds naar Drachten naar een ernstig zieke.
Onderweg werd hij onwel, zette bijtijds de auto aan de kant, maar had een zware hersenbloeding; hij overleed in het ziekenhuis waarnaar hij al onderweg was.
“Het bericht van het overlijden van pater Meerstens slaat in als een bom” zo beschrijft Tijn Hottinga (in: Een Parel in de Woudstreek) het alles overheersende gevoel in Oosterwolde en verre omstreken. En dat zeker niet alleen in katholieke kring.
Eén van zijn lievelingsliederen was “De steppe zal bloeien”. Een deel van de tekst wordt door de familie in de rouwadvertentie gebruikt.